Ken je dat? Je had met collega’s echt een geweldige oplossing voor een probleem in de organisatie bedacht. Zo’n oplossing waarvan bij iedereen direct de energie ging stromen. Maar een half jaar later rest er niets anders dan een vergeten idee. Een stille dood gestorven. In een eenzame la. Dit gebeurt niet als het aan CPS (Creative Problem Solving) ligt: in twee stappen gaan we het idee implementeren. Make it happen! Bij dit blok, de implementatiefase, ligt mijn hart. Actie in de tent! We gaan er voor zorgen dat we die oplossing uit die la houden, en in de hoofden en de harten van alle stakeholders planten.
Schuddebeurs! Mijn traject bij de School of Creative Thinking (toen nog COCD) begon hier zo’n 10 jaar geleden. Met de basisopleiding Toegepaste Creativiteit. En wat is het leuk dat een van de docenten van toen, René Hartman, ook nu mijn docent is! Met dezelfde overgave als die ik me herinner, zet hij vandaag het ‘verkennen van de acceptatie’ op het programma: we gaan de kans op succes vergroten door onze oplossing vooraf te toetsen. Maar eerst maar eens aan de slag met een case uit de praktijk om ‘werkmateriaal’ te hebben waarmee we de kans op succes kunnen gaan leren te vergroten. En hé, hier zit een club creatieve beesten bij elkaar, dus met veel plezier bedenken we in een brainstormcarrousel, aan de hand van trends en ‘bij’-opdrachten, legio opties voor leegstaande winkelpanden in hartje Utrecht. Leest u dit en staat uw pand leeg? Neem gerust contact met ons op voor een veelheid aan mogelijkheden.
Er leiden veel wegen naar acceptatie
Voor en na het creatieve proces kun je al werken aan het vergroten van de kans op acceptatie. Klinkt logisch, maar het is iets dat je snel vergeet, omdat je focust op de brainstorm/workshop zelf. Voorafgaand aan de training kun je de urgentie naar boven halen door de klant te vragen wat er gebeurt als ze niets doen. Is het probleem eigenlijk wel relevant? En behoeft het probleem een creatief proces of kan gezond boerenverstand het ook oplossen? En wie moet je opdrachtgever op zijn/haar beurt nog overtuigen? Zorg dat je een vorm van presenteren van het idee kiest, dat hem of haar helpt bij het overtuigen van stakeholders.
Omgevingsbewust
Voor het tot leven wekken van een idee, heb je je omgeving keihard nodig. Bijvoorbeeld het business canvas model helpt bij acceptatie, bij het invullen bedenk je ook weer van alles (divergeren!) dat je kan helpen bij het vermarkten van je concept. Eigenlijk draait het allemaal om het zo doorleven en doordenken van je oplossing dat je alle beren uit de weg ruimt, of in ieder geval alle beren die je bedenkt. Wat zijn de pluspunten, minpunten en zijn er punten van zorg? Kun je de minpunten ombuigen naar kansen? Wie zal het idee omarmen, wie zullen hun hakken in het zand zetten, en waarom? Wat moet er gebeuren, tegen welke kosten? En wat brengt het op? Het voor jezelf beantwoorden van deze vragen, vergroot de acceptatiekans. Het noodzaakt je om voor kritische punten acties te bedenken die de acceptatiekans juist versterken of op zijn minst ondersteunen.
Just a model
Iedereen weet dat het slim is om een idee eerst uit te werken voor je het omarmt en niets anders meer ziet. En toch, wanneer doe je dat nu echt? Design thinking, value proposition canvas, business model canvas, business model you, welke methode je ook toepast, we ervaren hoe goed het werkt om niet direct dat ene idee te omarmen – en verder nergens meer naar te kijken. Al dit doorleven heeft maar één doel: een oplossing voor je probleem, een nieuw product dat daadwerkelijk het daglicht ziet.. Zolang je werk maar uit die la blijft!
Borrelt het?
De volgende dag brengt Erik op ten Berg ons weer een stap verder: het formuleren van een plan. We gaan over tot actie! Of niet? Is je optie eigenlijk kansrijk? Door bewust sensitiviteit voor je omgeving op te roepen, kun je het potentiële succes verkennen. Wat wie gaat me helpen? Wat wie gaat me tegenhouden? Wat ga ik doen? Divergerend, lekker fantaseren over mogelijke acties, zonder oordeel, maken we een boodschappenlijstje aan actiepunten. Wanneer je de belangrijkste in een tijdlijn zet, krijg je een goed beeld van de impact van de implementatie. Vanuit daar heb je met elkaar een overzichtelijke keuze: gaan we ervoor of niet? Is het de moeite waard? Krijg je er energie van? Kippenvel? In deze fase zet je intuïtie aan, je voelsprieten uit. Bij een goed idee voel je de onmiskenbare drang om te implementeren.
Franse verleiding
Creatief denken kun je kennelijk ook op zijn Frans doen. Met wat meer joie de vivre dan wij inzetten. Met meer voelsprieten voor de omgeving, en met meer intuïtie. Samen met een medecursist doorleven we wandelend door een prachtige omgeving haar vraag op meerdere niveaus; mentaal (met woorden), op gevoel (tekenen) en intuïtief (poëzie). Die Fransen hebben het goed begrepen, zoals wel meer als het over levenslol gaat, het doorlopen van de drie niveaus bekrachtigt het idee. Hier ga ik zeker vaker mee werken!
Dat is misschien nog wel de grootste winst van deze opleiding, sommige dingen doe je al wel, op buikgevoel of met creatief boerenverstand. Maar het feit dat het nu ingebed is in kennis, in een logisch geheel, maakt dat je het én beter beheerst, beter het overkoepelende plaatje voor ogen hebt en vooral deelnemers aan een training makkelijker ‘meeneemt’ op de weg naar een oplossing voor hun probleem of een authentiek antwoord op hun wens.
– Mariel de Jong [tekst]
– Fransje Immink [illustratie]
* Dit is het vierde deel van zes artikelen waarin Mariel, deelnemer aan editie 2020 van de opleiding Verdieping Toegepaste Creativiteit, verhaalt over haar ervaringen. Prachtig geïllustreerd door haar studiegenoot Fransje. De opleiding heette toen Applied Creativity Advanced Program.