Ooit startte ik als facilitator eens een brainstormsessie, zonder dat de startvraag superscherp was. Dat doe ik echt nooit meer. Niet alleen vloeide de energie weg uit de groep omdat we meer dan een uur nodig hadden om de vraag helder te krijgen, ook bleken de probleemeigenaren niet op één lijn te zitten over waar de brainstorm over moest gaan. Ik was dus ook erg blij met dit 2e blok van de Verdieping Toegepaste Creativiteit, waarin Erik op ten Berg ons met een hele mix aan creatieve technieken door stap 1 en 2 van het Creative Problem Solving-model (CPS) nam: Hoe stel je de visie scherp (‘Het zou fantastich zijn als… ‘) en formuleer je kraakhelder de uitdaging? (‘Hoe kunnen we…. ‘).
Hoe beoordeel je de situatie (stap 0)
Vaak is de vraag waar een klant mee komt, nog niet de échte vraag. Erik liet ons oefenen met 5 verschillende creatieve technieken om een wens, thema of het probleem dieper te verkennen: de middenstip van het CPS-model. We kunnen wel leuk stellen of willen dat …[vul maar in], maar waarom is dat zo? Met creatieve, visuele manieren zoals de ‘Probleemwereld’, ‘Why-why-why’ of de ‘Omgekeerde Vraag’, leerden we op verschillende manieren de situatie te beoordelen. Een mooi startpunt voor ieder eerste gesprek met een vraageigenaar.
Leren spelen met de 6 fases van CPS
Het grappige was, dat Erik, in deze tweedaagse, de stap ‘visie verkennen’ (stap 1) en ‘uitdaging formuleren’ (stap 2) omgooide. Ik was helemaal de kluts kwijt op een gegeven moment. Mijn leerstijl is: eerst doen volgens het boekje, dan buiten de lijnen kleuren. Net zoals Picasso ook eerst figuurlijk leerde tekenen, en daarna pas zijn gekke gezichten schilderde. Dit ‘andersom doen’ werd versterkt door een geinig spel (‘Het Orakel’): zonder concrete uitdaging, gingen we in duo’s met een klein creatief boekje, lukraak door alle 6 fases van het CPS-model heen, op basis van een fasenummertje dat Erik (‘Het Orakel’) in de middenstip random uit zijn hoge hoed trok. Zo begonnen mijn partner en ik toevallig bij Visie (stap 1), maar moesten daarna naar Actieplan (stap 6). Ik heb in mij broek gedaan van het lachen, want ja, van een vage visie naar actieplan was best gek. Dan sla je wel wat stappen over (het leek net de echte wereld). Maar Eriks punt werd duidelijk: het gaat er om dat a) je leert spelen met het CPS-model, want ook al heeft het een volgorde, je moet ook weten te schakelen tussen de fases en ervaren wat elke fase je oplevert, en b) ik kwam erachter dat het eigenlijk best iets concreets kan opleveren door gewoon achteraan te beginnen. Want doordat je gaat nadenken over concrete acties. In je actieplannen en ideeën schuilt namelijk vaak je diepere verlangen (‘Het zou geweldig zijn als…’).
‘Het zou geweldig zijn als….’- verken de visie (stap 1)
Visie, het woord zegt het al, gaat om wat je ziet, droomt. ‘Het zou geweldig zijn als….’ De stip op de horizon. Daar ga je naartoe, als een Lucky Luck op zijn paard. Maar, verschillende wegen leiden naar Rome ontdekte ik (what’s in an expression). Blijkbaar kun je namelijk ook tot één stip op de horizon komen, door eerst gewoon superveel stippen te brainstormen! Onze visie om te verkennen werd: ‘Wat zou voor ons, ‘Team 2019’, de stip op de horizon kunnen zijn?’ En daar gingen we. We brainstormden zo’n 40 x ‘Het zou geweldig zijn als… ’ op post-its, gingen los met associatiekaarten en bedachten er nog weer 20 extra. We droomden van een rebellenclub, van een koninklijk instituut, van een School of Creative Thinking junior voor kinderen. Uiteindelijk destilleerden we uit die 60 stippen op de horizon onze 3 ‘hoofdvisies’ – best knap als je uit het niets begint. Ik zag hiermee voor het eerst hoe je ook met ‘visies’ blijkbaar kunt spelen, net als met ideeën genereren. Eigenlijk zelfde laken een pak, de creatieve basistechniek (divergeren en convergeren en je brein stretchen) is hetzelfde!
‘Hoe kunnen we…’ – formuleer de uitdaging nóg scherper (stap 2)
Ik dacht altijd dat als ik een korte, positieve, one-single target ‘Hoe kunnen we …’-vraag had, dat ik klaar was voor een brainstorm. Nou, dat kan beter. Ik ontdekte dat als je je vraag écht uitdagend maakt, het brein nog makkelijker in de ideeënstand schiet en het de motivatie om de uitdaging aan te gaan vergroot. En we oefenden hiervoor met… DE FRIKANDEL. De vraag ‘Bedenk een nieuwe frikandel’ herformuleerden we in: rechttoe rechtaan, superambitieus, vreselijk overdreven of in een metafoor. In no-time kwamen we tot 80 varianten. Het leverde niet alleen hilarische uitdagingen op (‘Bedenk een frikandel voor een 3-sterrenrestaurant’ (superambitieus), ‘Bedenk de frikandel 2.0’ (rechtoe-rechtaan), of ‘Bedenk de Rolls Roys onder de frikandellen (metafoor)), maar ook prikkelde dit daadwerkelijk onze fantasie. Ik denk dat Remia trots op ons zou zijn geweest!
Wie ben ik, als creatief professional?
Het mooie vind ik, dat ze ons bij elk blok ook laten stilstaan bij wie wij zijn als creatief professional. Wat zijn mijn leerdoelen? Wat is mijn creatieve stijl? Middels toekomstbrieven, prototypes, ‘elfjes’ (een soort gedicht) en andere creatieve werkvormen word ik voortdurend aan het werk gezet. En dat vind ik prettig, want dit helpt mij om mijn ‘persoonlijke handtekening’ als creatief facilitator verder uit te kristalliseren. Coördinator Branko Broekman zet op die manier het CPS-model ook in voor onze persoonlijke uitdaging: wat is mijn stip op de horizon? CPS kun je zowel zakelijk als privé inzetten, en dat is precies wat ik er zo gaaf aan vind.
Een kruiwagen vol tips en materiaal
Eigenlijk zat deze 2,5 dag vol met zoveel meer te benoemen: het ‘innovatief en creatief online zoeken’, het vormgeven van de zes fases met willekeurige spullen die we van thuis moesten meenemen, de vooravond waarin een kleine subgroep (waaronder ik), via creatieve werkvormen de groep door de stof van blok 1 moesten leiden: teveel om op te noemen. More to come!
* Dit is het tweede deel van zes artikelen waarin Femke, deelnemer aan editie 2019 van de opleiding Verdieping Toegepaste Creativiteit, verhaalt over haar ervaringen. De opleiding heette toen Applied Creativity Advanced Program.